Wat is een systeem?

Het woord systeem is bij iedereen wel bekend, we hebben ook steeds met systemen te maken.
Je kunt daarbij denken aan je familie, je huidige gezin, de organisatie waar je werkt, het land waar je woont, de cultuur waar je uit komt, maar ook aan je lichaam.

Al die systemen, hoe verschillend ze ook zijn, hebben één overeenkomst: alles staat met elkaar in verbinding en is van elkaar afhankelijk. Elke verandering in een van de delen heeft invloed op de andere.
Anders gezegd: Een systeem is meer dan de som van de delen.

Kenmerken van een systeem:

Een systeem leeft/beweegt/verandert en is daarin gericht op voortbestaan. Een systeem corrigeert zichzelf om als systeem te kunnen blijven functioneren. Dat betekent dat een systeem veel meer is dan de optelsom van de verschillende elementen waaruit het is opgebouwd. Het heeft iets van een levend organisme met eigen overlevingsstrategieën.

Een systeem zoekt altijd naar evenwicht. Doet zich ergens in het systeem een storing voor, dan komt het hele systeem in beweging om het evenwicht te herstellen; het tracht de storing voor zover mogelijk is op te heffen. Dat hoeft niet het meest ideale (harmonische) evenwicht te zijn.

Een systeem functioneert niet zoals wij dat willen, maar doet wat het goeddunkt. Het volgt zijn eigen wetmatigheden en die kunnen wij niet buiten werking stellen of controleren.

De drie basiswetten van een systeem:

  1. Binding: ieder heeft evenveel recht erbij te horen.
    Dit principe regelt de onderlinge betrokkenheid. Iedereen moet gezien worden en heeft een plek.
  2. Volgorde/rangorde: voor iedereen is een juiste plek.
    De sociale ordening regelt de structuur en de hiërarchie. Als er rangorde is, komt alles tot rust, met iedereen op de juiste plek.
  3. Geven en nemen is in balans.
    Dit principe regelt de rechtvaardigheid

 

En specifiek voor een familiesysteem:

Als lid van een familie ben je onlosmakelijk verbonden met de andere leden van jouw familie. Een verandering ergens in het systeem ( bijv. ziekte, overlijden, buitensluiten, geboorte, huwelijk) roept altijd een reactie op bij andere leden van het systeem. Zo blijft het systeem in beweging en zoveel mogelijk in evenwicht.
Als lid van het systeem merk je, wanneer het systeem niet ‘in orde’ is, wanneer het evenwicht verstoord is. En vervolgens brengen de leden het systeem in beweging om het evenwicht zo goed mogelijk te herstellen. Je zou kunnen zeggen dat je als deel van een familie het levende systeem ten dienste bent. Dat gebeurt onbewust.

Het evenwicht in een familie is gebaseerd op de binnen de familie bestaande regels, verwachtingen, cultuur, verhoudingen, communicatiepatronen enz.. Bij veranderingen zoekt ieder hoe hij/zij zich verhoudt tot het nieuwe. En om als systeem te kunnen blijven bestaan vraagt dit om herstel van het evenwicht, of aanpassing aan een nieuw evenwicht.
Het evenwicht hoeft niet in harmonie te zijn, gezond voor alle betrokkenen. Het is lastig om een voor iedereen acceptabel evenwicht te vinden.
Zo kan het systeem je steunen en gelukkig maken, of uitdagen en beperkingen opleggen.

Een gezond systeem is niet star, maar er is sprake van dynamisch evenwicht: voortdurende aanpassingen en compromissen ten aanzien van veranderingen en nieuwe invloeden van binnen en buiten het systeem.